Hommage aan Antonie Kamerling
Door: Marlies ter Borg
Goede tijden, slechte tijden
Zo’n twintig jaar geleden lag ik zwaar depressief op de bank. Ik voelde niks meer, op
een dof schuldgevoel na. De hele dag draaide er één vraag door mijn hoofd: hoe ik
mijzelf zou ophangen, als de kinderen weer op school zaten en mijn man naar zijn
werk was. Die boom, die stoel, dat blauwe koord van mijn badjas – ik draaide in die
obsessie rond en rond. Ik wilde niet alleen mijzelf, maar ook mijn gezin verlossen van
die diepdonkere ellende.
Het enige wat mij nog een beetje afleiding gaf was Goede Tijden Slechte Tijden, een
simpele soap met een dokter (Rik Engelkens) en een mooie blonde jongen. Wat een
schok dat mijn held van toen, Antonie Kamerling, zichzelf het leven ontnam. Antonie
was een natuurtalent. Hij stapte zo van het studentencabaret over naar het programma
met de naam die achteraf zo typerend bleek te zijn voor zijn eigen leven. Samen met
Isa Hoes kreeg hij twee prachtige kinderen, Merlijn en Vlinder. Hij was een
veelgevraagd acteur, had zowel op de planken als op het witte doek succes. Hoe
konden zulke goede tijden ineens zo omslaan?
Intens genieten
Rick Engelkes wist dat zijn vriend Antonie het al enige tijd niet meer zag zitten. ‘Hij
had het openlijk over zelfmoord. Je hoorde de dreiging ook steeds tussen de regels,’
zei hij. Rick stond er echter nooit bij stil dat de toestand van zijn collega zo zwart was dat hij
de stap werkelijk zou zetten. ‘Hij had alles. Mooi werk, een heerlijk huis en de liefde
van Isa en zijn kinderen, maar het leek wel of hij die niet meer kon voelen.’
Twee weken voor zijn dood kreeg Antonie Kamerling zijn diagnose; hij was manisch depressief.
Natuurlijk was hij al vaker depressief geweest, maar telkens veerde hij
terug. Hulp zoeken? Nee dat wilde hij beslist niet. Hij werd boos als zijn vrouw Isa
het voorstelde.
Antonie had twee kanten. Hij was Isa’s rots in de branding. Hij stond midden in de
spotlights, en zijn vrouw Isa een beetje in zijn schaduw. Hij was de mooiste, de
leukste, vol humor. Hij was heel intelligent maar vooral een prachtige charismatische
man. Hij kon intens van het leven genieten. Alles kon, alles lukte.
Maar hij kon ook in diepe depressies vallen. Weg charisma, weg charme. Dan zat hij
dagen achtereen in zijn badjas op de bank zich een blok aan het been van zijn gezin te
voelen en moest zijn vrouw het roer overnemen.
Te laat voor Antonie
De laatste maanden deed Antonie echt raar. Hij sliep niet meer en sprak met
wildvreemden af om midden in de nacht bij een tankstation koffie te drinken. Op een
dag naar ging hij naar het strand ging om de zee in te lopen, maar er was teveel volk
op die zonnige dag. Toen pas wist Isa hem over te halen hulp te zoeken. De diagnose
werd gesteld; Manisch-depressief. Antonie kreeg pillen voorgeschreven. De
psychiater waarschuwde dat het een week of vijf zou duren voordat de pillen zouden
aanslaan.
Twee weken later vertelde Isa haar zoon Merlijn over de diagnose. Merlijn vroeg naar
de erfelijkheid van de ziekte. Isa antwoordde: ‘Als jij het ook hebt, zijn we er in elk
geval vroeg genoeg bij. Dan kunnen wij er iets aan doen.’
Diezelfde middag deed Antonie weer een suïcidepoging, en dit keer met succes.
Isa Hoes is verbazingwekkend open over wat haar is overkomen. Het doet haar goed
om erover te praten, zegt ze. Isa wil uit de tragedie die haar gezin heeft getroffen, iets
positiefs halen. Ze hoopt dat ze kan bijdragen aan het opheffen van het taboe rond
manisch-depressiviteit door Antonie’s verhaal te vertellen, zodat de ziekte eerder zal
worden herkend.
Het lot van Ajax
Wat Isa misschien niet weet, is dat haar man in een eeuwenlange traditie staat van
bijzondere mannen en vrouwen bij wie periodes van zwartgalligheid en creativiteit
elkaar afwisselden. Antonie lijkt wel een klassieke held, zo weggelopen uit de
geschriften van Aristoteles. Deze Griekse filosoof zag al vroeg dat bij bijzondere
mensen creativiteit en charisma samengingen met een verhoogde stemming, – op de
hielen gezeten door neerslachtigheid. Hij waarschuwde voor het lot van Ajax, de held
die, na een manische episode, zo diep wegzonk in een depressie dat hij zich op zijn
eigen zwaard liet vallen. Aristoteles noemt ook Herakles, de redder van Griekenland.
Hij maakte in een manische bui zijn gezin kapot en ging ten slotte zelf op de
brandstapel liggen.
Door de eeuwen heen zien we hetzelfde beeld. De componist Robert Schumann kreeg
visioenen van engelen die in duivels veranderden. Hij sprong in de Rijn maar werd
gered. Zijn laatste jaren was hij vrijwillig opgenomen in een kliniek. Vincent van
Gogh wilde de wereld kleur en blijdschap geven, maar kroop zelf regelmatig diep
depressief in een hoek. Hij koos ten slotte zelf de dood. De sprankelende wellustige
dichteres Ingrid Jonker liep op jonge leeftijd de zee in.
Manisch depressief en creatief
De relatie tussen MD en creativiteit wordt in medische kring erkend. De Amerikaanse
hoogleraar Kay Redfield Jamison – in 2006 bij de VMDB te gast – schreef er een
prachtig boek over, De verzengende Muze. Het heeft mij geholpen mijn ziekte te
accepteren, met zijn negatieve én positieve kanten. Als zulke bijzondere mensen
dezelfde hoogten en diepten kenden als ik, waar zou ik mij dan nog voor schamen?
Zo kon ik, toen ik dankzij lithium weer wat stabieler was, zelf een boek schrijven:
Bloemen van een Ziekte. Ik herinner mij dat ik een beetje high was toen, en dat hielp
enorm met het schrijven. Ik kon verbanden zien die door de eeuwen heen reikten en ik
had het charisma anderen van die verbanden te overtuigen. Ik wist zeker dat mijn
boek een doorbraak zou betekenen, de taboes rond manisch-depressiviteit zouden als
sneeuw voor de zon verdwijnen!
Niet dus. Het boek raakte uitverkocht en de uitgever zag geen kans voor een herdruk.
Dat is alweer drie jaar geleden. Intussen blijft het taboe slachtoffers eisen. De tragedie
van mijn blonde held uit Goede Tijden Slechte Tijden heeft mij ervan overtuigd dat ik
opnieuw op zoek moet naar een uitgever. Ik voeg natuurlijk een hoofdstuk over
Antonie toe. Misschien gaat het boek nu heten:
Dodelijk taboe -Creatief en manisch-depressief.
Dit essay is gebaseerd op interviews in de media met Isa Hoes en anderen uit de
omgeving van om Antonie Kamerling heen.