Selecteer een pagina

Oorzaken en erfelijkheid

Bij bipolariteit wordt onderscheid gemaakt tussen oorzaken en aanleidingen. Het is nog niet bekend hoe een bipolaire aandoening precies ontstaat. Wel zijn er bepaalde omstandigheden bekend, waarin je meer risico loopt op. Het gaat meestal om een combinatie van biologische, sociale en psychologische factoren. 

De oorzaak kan de genetische kwetsbaarheid voor het krijgen van de ziekte zijn. Sommige mensen hebben een grotere kans op een bipolaire aandoening. In de eerste plaats zijn dat eerstegraads bloedverwanten van mensen die al een bipolaire aandoening hebben, zoals ouders, broers of zussen. Als een ouder een bipolaire aandoening heeft dan heeft een kind 10 – 20% kans op een bipolaire aandoening.  Binnen de Nederlandse bevolking is die kans 1 tot 2 %.  Op de tweede plaats hebben mensen die herhaaldelijk last hebben van depressies zonder dat een (hypo) manie is opgetreden een grotere kans op een bipolaire aandoening. Tenslotte hebben vrouwen die vanwege een bevalling een depressie of psychose hebben doorgemaakt een grotere kans op een bipolaire aandoening. Kinderen van een ouder met een bipolaire aandoening hebben 50% kans op een stemmingsstoornis, zoals depressiviteit.  Acute of langdurige stress kan een bipolaire aandoening uitlokken.  Soms kun je stress uit de weg gaan, soms niet. In ieder geval kan je met stress leren omgaan. Als je weinig, of beter nog géén, alcohol of drugs gebruikt, verkleint dat de kans op een (hypo)manische en/of depressieve episode. 

Plusminus werkt ook mee aan onderzoeken naar de erfelijkheid van de bipolaire aandoening en de mogelijkheden om de veerkracht van kinderen kinderen van ouders met de bipolaire aandoening te vergroten.

Voor meer informatie:
Erfelijkheid en bipolariteit
Psychiater Ronald Vonk over erfelijkheid